Frank Jan de Graaf Lector Corporate Governance & Leadership Hogeschool van Amsterdam
31 oktober

Gebiedsprofessionals zijn op zoek naar alternatieve manieren waarop zij bewoners kunnen helpen om tot financiering van initiatieven in hun gebied te komen. Civic crowdfunding vormt een door een ICT-platform ondersteunde wijze waarop gemeenten en burgers samenwerken om lokale initiatieven met een maatschappelijk karakter te realiseren. Hoewel crowdfunding in algemene zin al wat langer bestaat, is er nog weinig kennis en ervaring met civic crowdfunding.

In het onderzoeksproject crowdfunding voor burgerparticipatie gaat het om de vraag “hoe kunnen gebiedsprofessionals met behulp van civic crowdfunding burgerinitiatieven helpen realiseren?”. Praktijkonderzoek naar hoe civic crowdfunding succesvol kan worden ingezet, gericht op burgerinitiatieven, ontbreekt nog. Het onderzoek ontwikkelt praktische handvatten voor het toepassen van civic crowdfunding door gebiedsprofessionals. Het praktijkonderzoek wordt uitgevoerd door de Hogeschool van Amsterdam en de Hogeschool van Rotterdam in samenwerking met gebiedsprofessionals van een zestal deelnemende gemeenten in ‘communities of practice’: Amsterdam Zuid, Leiden, Venlo, Apeldoorn, Haarlemmermeer en Utrecht.

Om de hoofdvraag te beantwoorden, is het belangrijk te weten wat de positie van de gebiedsprofessional is in de deelnemende gemeenten en waar hij of zij tegen aanloopt in het werk. Deze twee vragen worden in dit artikel kort besproken op basis van een aantal inventariserende interviews in zes gemeenten.

Positie gebiedsprofessional in gemeenten

In onderstaand schema (figuur 2) geeft het spanningsveld weer waarin de gebiedsprofessional werkt. Bewonersinitiatieven richten zich doorgaans op de korte termijn. Het realiseren van financiering binnen de gemeente kent een lange looptijd die te maken heeft met de begrotingssystematiek. Het is vaak niet mogelijk om tussendoor iets te regelen. De gebiedsprofessional gaat in de interne gemeentelijke organisatie op zoek of initiatieven ergens bij passen, hij zoekt ‘potjes’ waarmee bewonersinitiatieven geholpen kunnen worden. De klassieke overheid is gewend om initiatieven te beoordelen in een cyclus met een eigen jaarlijks ritme: past iets in het beleid en voldoet het aan daaraan te stellen voorwaarden? De gebiedsprofessional is aangesteld juist om bewonersinitiatieven te bevorderen. Hij/zij loopt dus tegen belemmeringen aan om op de gewenste korte termijn tot realisatie van initiatieven te komen.

Op basis van onze gesprekken bij gemeenten en het rapport ‘Wat doet de participatieprofessional’ van de HvA (2018) komen we tot vier posities van gebiedsprofessionals in gemeenten aangaande crowdfunding (zie tabel 1). Hierin kan daarnaast ook nog sprake zijn van een verschil tussen vrijwilliger, zzp-er, in dienst van een partnerorganisatie of in dienst van de gemeente. Ook ontstaan er in sommige gemeenten gebiedsteams waarin professionals samenwerkt met verschillende achtergronden.

Tabel 1. Gebiedsprofessionals in buurtparticipatie (Bron: Door de auteurs op basis van de interviews en het rapport ‘Wat doet de participatieprofessional’, Hogeschool van Amsterdam, Amsterdam, 2018.)

Uitdagingen gemeenten

Het blijkt dat de uitdagingen van gemeenten zijn onder te verdelen in de karakteristieken van de gebiedsprofessional. Daarnaast is er een onderscheid te maken in gemeenten die al langer dan twee jaar bezig zijn en gemeenten die net zijn begonnen (korter dan een jaar).

In het algemeen geldt dat voor professionals een uitdaging is crowdfunding een plaats te geven in het ‘ecosysteem’ van organisaties en betrokken bewoners. Het kost heel veel tijd om mensen met deze nieuwe mogelijkheden bekend te maken.

Ten tweede — daaraan verbonden — is het een uitdaging nieuwe individuen, groepen van individuen en nieuwe initiatieven aan te trekken. Verschillen per wijk, gemeente of lokaal gebied zijn hier waarschijnlijk belangrijk, maar hoe dit precies zit is onduidelijk.

De inbedding van crowdfunding in de gemeentelijke organisatie is altijd een vraag die aandacht vraagt. Verder is de relatie met de reguliere besluitvormingsprocessen in gemeenten een punt van aandacht. Crowdfunding moet een logische goed doordachte relatie hebben met de budgetsystematiek van gemeenten. Hier zijn nog geen best practices van bekend.

Gemeenten met veel ervaring hebben vragen over de eigen inzet van verschillende vormen van media. Hoe brengen we campagnes beter voor het voetlicht en hoe gebruiken we sociale media beter, welke andere kanalen zijn goed te gebruiken en hoe campagnes beter aan te pakken?

Een typische faalfactor is dat crowdfunding activiteiten niet worden gedragen door de hele gemeentelijke organisatie. Soms worden initiatieven om buurtparticipatie en zelfredzaamheid te organiseren zelfs gezien als concurrentie.

Het bij elkaar brengen van kennis, kunde en verschillende geldstromen in lokale ecosystemen vormt wellicht de grootste uitdaging. Behoefte aan financiering blijkt immers vaak niet het probleem, maar in het bijzonder meer (praktische) kennis en meer menskracht.
Civic crowdfunding staat niet op zichzelf, maar moet gezien worden in relatie tot netwerken van bewoners, bedrijven en uiteenlopende maatschappelijke organisaties. De uitdaging is hier om ruimte te creëren voor experimenten.

Hoe gaan we verder

Deze eerste inventarisatie bij gemeenten is het resultaat van een kennismaking tussen onderzoekers en gemeenten die zal leiden tot ‘communities of practice’ waarin gebiedsprofessionals samen met bewoners en onderzoekers aan de gang gaan met civic crowdfunding.