Er waait een frisse wind door de dorpen en steden van Nederland. Bewoners, lokale ondernemers en maatschappelijke organisaties zijn bezig met creatieve ideeën en projecten voor hun omgeving: buurttuinen, nieuwe zorgconcepten, ontmoetingsplekken, bewonersbedrijven en lokale producten. Steeds vaker voeren zij daarbij zelf campagne om anderen actief te betrekken, om hun enthousiasme over te dragen, en om geld, hulp en middelen in te zamelen om het initiatief te realiseren.

In 2017 presenteerden wij de eerste “civic crowdfundingmonitor” met het doel een helder overzicht te geven van de stand van zaken rond civic crowdfunding in Nederland en van de meest relevante ontwikkelingen voor de toekomst.
Een aantal hoofdstukken uit de oorspronkelijke monitor zijn elders op deze website ondergebracht, deze zijn te vinden bij het onderdeel ‘Basics’
Hieronder zijn de eerste bevindingen te vinden inzake geografische spreiding, bedragen, slagingspercentages en (mogelijke) succesfactoren.

Voor deze monitor is gebruik gemaakt van een database waarin 475 civic crowdfundingprojecten uit 2015 en 2016 aan elkaar gekoppeld zijn. Op basis van deze eerste schets van civic crowdfunding in Nederland willen we het gesprek aan over hoe initiatiefnemers, vrijwilligers, donateurs, ondernemers, platforms en overheidsvertegenwoordigers, de sector verder kunnen professionaliseren. Dit rapport is dan ook bedoeld voor alle betrokkenen bij civic crowdfunding: burgers, ambtenaren en bestuurders bij lokale en provinciale overheden, medewerkers van fondsen, filantropische instellingen, banken en organisaties zoals vrijwilligerscentrales, ondernemersnetwerken en welzijnswerk. Samen met hen willen we de komende jaren aan de slag.

1. Partijen voor civic crowdfunding en gebruikte data

In Nederland zijn Voor je Buurt en 1%Club (heet sinds 2018 GoodUp) de grootste civic crowdfunding-organisaties, die verantwoordelijk zijn voor het gros van de op lokale initiatieven gerichte platforms.

Afbeelding 1. De civic crowdfunding platformen in Nederland met het aantal projecten in 2016.

In ons onderzoek zijn naast de projecten van de landelijke platformen Voor je Buurt en 1%Club ook de projecten van Crowdfunding 010 (Rotterdam), Het Lukt Ons (West-Friesland), Nieuwe Pioniers (Haarlemmermeer) en Voor je Stadsie (Utrecht, gestart najaar 2016) meegenomen. Data van Crowdfunding voor Natuur (lokale groenprojecten) zitten in de data van Voor je Buurt.

Dankzij deelname van deze organisaties hebben we inzicht in 475 projecten uit 2015 en 2016, respectievelijk 215 uit 2015 en 260 projecten uit 2016. Verder hebben we over 2013 en 2014 geaggregeerde getallen (aantal projecten en opgehaalde bedragen).

Hiermee hebben we de resultaten van het gros van de platforms die zich exclusief richten op civic crowdfunding in Nederland mee kunnen nemen. De platforms die andere dan de donatievariant van crowdfunding aanbieden zijn buiten beschouwing gebleven. Daarnaast zullen er op andere, brede crowdfundingplatformen ook projecten zijn die als ‘civic’ kwalificeren, maar ook die vallen niet binnen de dataset van ons onderzoek. Tussen de verschillende categorieën van crowdfunding blijft altijd een grijs gebied. Op het gebied van cultuurondersteuning is bijvoorbeeld Voordekunst een belangrijke organisatie. Deze organisatie is niet meegenomen omdat de projecten op dit platform veelal gericht zijn op voorverkoop en zich exclusief richten op kunst en cultuur en niet op een bredere maatschappelijke doelstelling.

1.1 Totaaloverzicht

Ten aanzien van de financiering en donateurs kan het volgende gezegd worden. In 2015 waren er 12.080 donateurs, gemiddeld 57 donateurs per initiatief. Er werd in totaal €700.000 opgehaald, wat neerkomt op gemiddeld €3.300 per initiatief. In 2016 waren er 19.000 donateurs en gemiddeld 78 donateurs per initiatief. Er werd in totaal €1.291.000 opgehaald, oftewel gemiddeld €4.900 per initiatief.

Afbeelding 2. Totaalbedrag opgehaald met onderzochte civic crowdfundingprojecten in Nederland in 2013 tot en met 2016.

Afbeelding 3. Totaal aantal donateurs uit onderzochte projecten van 2013 tot en met 2016.

1.2 Verdeling naar regio en gemeenten

Kijken we naar de verdeling van civic crowdfundinginitiatieven in Nederland, dan scoren de randstedelijke provincies hoog. Dit is niet enkel een kwestie van bewonersaantallen, ook afgezet tegen het aantal inwoners scoren Utrecht, Noord-Holland en Zuid-Holland het hoogst.

Afbeelding 4. Verdeling civic crowdfunding projecten over provincies in 2016.

Kijken we naar gemeenten dan is het op zich niet verrassend dat de grote steden in de Randstad hoog scoren, maar hier laat zich ook de invloed van beleid zien. De vijf gemeenten met de meeste projecten in 2016 zijn: Amsterdam (39), Utrecht (23), Den Haag (23), Haarlemmermeer (18) en Rotterdam (12) (zie afbeelding 3.5).

Afbeelding 5. Civic crowdfundingprojecten verdeeld over gemeenten in 2016.

In 2015 was de top vijf iets anders samengesteld. Toen ging het om Amsterdam (47), Den Haag (18), Utrecht (12), Medemblik (14) en Groningen (9).

1.3 Verdeling naar thema’s

Indeling naar thema’s is lastig omdat projecten soms onder meerdere thema’s zouden kunnen vallen. We hanteren vooralsnog een uitgebreide onderverdeling van 12 thema’s:

Boerderij: Alle projecten die te maken hebben met het renoveren of verbeteren van de leefomstandigheden van dieren in de boerderij.
Community: Projecten die als doel het verbeteren van de gemeenschap en maatschappij hebben.
Dieren: Het zorgen voor en het verbeteren van welzijn van dieren.
Duurzaam: Projecten die duurzaamheid bevorderen en klimaatverandering tegengaan zoals zonnepanelen, energiebesparing of recyclen van afval.
Educatief: Bijdragen aan opdoen van kennis, ervaring en vaardigheden.
Evenement: Eenmalige activiteiten zoals een festival, een buurtfeest of optreden.
Kunst & Cultuur: Lokale kunst en cultuur projecten zoals festivals, kunstwerken, muziek, theater, musea en community art.
Natuur: Projecten die zorgen voor een groenere leefomgeving.
Publieke Ruimte: Verbeteren of mooier maken van de openbare ruimte met kunst, ontmoetingsruimte of groen.
Sociaal Ondernemen: Ondernemingen die maatschappelijke meerwaarde creëren en maatschappelijke initiatieven die een verdienmodel ontwikkelen.
Sport: Sportactiviteiten, stimuleren van bewegen en projecten voor sportverenigingen.
Zorg: Het verbeteren van welzijn en gezondheid door informele zorg en activiteiten en voorzieningen voor zorginstellingen.

Kijken we naar de totalen per thema bij deze projecten, dan zien we een fraai palet van de uiteenlopende terreinen waarop civic crowdfundinginitiatieven worden ontplooid. De thema’s Community en Sociaal Ondernemen staan beide jaren bovenaan, zij het niet met grote afstand.

Opvallend zijn ook de fluctuaties, zoals bijvoorbeeld sport dat het ene jaar 12% van de initiatieven behelst en het andere jaar een mager aandeel van 4% van de initiatieven heeft.

Hieruit kun je concluderen dat civic crowdfunding in Nederland op dit moment nog beperkt is waardoor het effect van enkele afzonderlijke initiatiefnemers snel zichtbaar kan worden in de algemene verhoudingen.

Afbeelding 6. Procentuele verdeling projecten naar thema 2015.

Afbeelding 7. Procentuele verdeling projecten naar thema 2016.

2 Geslaagde projecten: financiële doelstelling

Er zijn verschillende manieren om te bepalen of een project geslaagd is. In deze eerste monitor beperken we ons ertoe om te kijken in hoeverre de financiële doelstelling bij het fondsenwerven is behaald.

2.1 Opgehaalde bedrag als percentage van doelbedrag

Afbeelding 8. Verdeling slagingspercentage projecten in 2016 (op basis van het percentage van opgehaalde bedrag)

In de tabel hierboven zien we de verdeling van alle projecten in 2016. Opvallend is dat er een redelijke duidelijke scheidslijn lijkt te zijn tussen initiatieven die eindigen met een opgehaald bedrag dat tussen 0-20% van het doelbedrag ligt en initiatieven die erin slagen om 80% of meer van het doelbedrag op te halen. Projecten slagen bijna volledig óf mislukken overduidelijk. Op basis hiervan hebben we besloten om het aandeel van projecten die 80% of meer van het streefbedrag behaald hebben eens nader in kaart te brengen.

In 2015 haalde 59,5% van de 215 projecten 80% of meer van het doelbedrag. Kijken we wederom in 2015 naar de 80% of meer geslaagde projecten, dan werd er in totaal €639.000 opgehaald en gemiddeld €4.900 per initiatief. Een geslaagd initiatief kent in 2015 gemiddeld 80 donateurs.

In 2016 gold dat 64,5% van de 260 projecten erin slaagde om 80% of meer in te zamelen. Kijken we in 2016 meer in detail naar de 80% of meer geslaagde projecten, dan werd er in totaal €1,15 miljoen opgehaald en gemiddeld €6.900 per initiatief. Een geslaagd initiatief kent in 2016 gemiddeld 100 donateurs.

Afbeelding 9. Gemiddeld opgehaalde bedrag van de succesvolle projecten, 80% en meer.

2.2 Relatie crowdfundingmodel en lokale invulling op slagingspercentage

Er zijn grote verschillen te zien in de slagingspercentages tussen verschillende platforms. Dit lijkt deels samen te hangen met de de spelregels die de verschillende platforms hanteren. Zo ontvang je bij Voor je Buurt en Voor je Stadsie pas je bedrag als je het streefbedrag ook echt hebt behaald (met een speciale regeling voor projecten die tussen 80% en 100% halen). Bij Nieuwe Pioniers, 1%Club, Crowdfunding010 en Het Lukt Ons, daarentegen, ontvangt de initiatiefnemer alles dat hij ophaalt. Het slagingspercentage (80% of meer van doelbedrag gehaald) bij platforms met een ‘alles-of-niets-model’ is gemiddeld 83% in 2015 en 2016 terwijl het slagingspercentage bij het je-ontvangt-alles-wat-je-ophaalt-model gemiddeld 31% is.

Deze verschillende slagingspercentages zijn echter niet alleen te verklaren door het crowdfundingmodel. Er zijn tussen de verschillende platforms en betrokken gemeenten ook grote verschillen in de manier waarop begeleiding van projecten is georganiseerd, de mate waarin trainingen worden gegeven en de projecten vooraf worden gescreend en geselecteerd. Daarnaast wordt civic crowdfunding en de ondersteuning van maatschappelijke initiatieven op verschillende manieren geïntegreerd in lokaal beleid. Al deze factoren gezamenlijk zijn van invloed op het percentage projecten dat 80% of meer van het doelbedrag haalt.

2.3 Relatie doelbedrag en slagingspercentage

Ook zien we grote verschillen in de slagingskans van projecten met verschillende doelbedragen. Projecten met een doelbedrag van minder dan €2.500 hebben een slagingskans van 77%. Projecten met een doelbedrag vanaf €5.000 maar minder dan €10.000 hadden een slagingskans van 43%. Opvallend is dat projecten met een doelbedrag van €15.000 of meer weer een slagingskans van 71% hebben.

Afbeelding 10. Verdeling projecten 2015 en 2016 op doelbedrag crowdfundingcampagne, aantal projecten dat 80% of meer heeft opgehaald en succespercentage.

De verklaring voor de hogere slagingspercentages aan de ‘uitersten’ is vermoedelijk dat een lager doelbedrag relatief eenvoudiger te behalen is, terwijl de hoge doelbedragen (vanaf €15.000) met name worden gekozen door meer professionele initiatieven met een groter netwerk waardoor ook meer grote campagnes succes hebben. Ook zijn er relatief veel projecten met een doelbedrag vanaf €15.000 die binnen een alles-of-niets-model hebben gecrowdfund, in 3.2.2 beschreven we al dat deze projecten vaker slagen. Bovendien is bij de projecten met een doelbedrag van boven de €15.000 een oververtegenwoordiging van projecten van één sociale onderneming, namelijk Starters4Communities (zie kader in hoofdstuk 2). Zij hebben inmiddels veel ervaring met crowdfunding en weten grote netwerken aan te spreken en zijn tot nu toe altijd succesvol in hun campagnes.

2.3 Regionale verschillen slagingspercentages

Bekijken we de top vijf van gemeenten waar de meeste projecten waren in 2015 en 2016 op basis van het aantal 80% of meer geslaagde projecten dan kom je op 65% tot 92% ‘slagingspercentage’ bij de top drie Amsterdam, Utrecht en Den Haag. In Medemblik (4e in 2015), Haarlemmermeer (4e in 2016) en Rotterdam (5e in 2016) komt men niet boven de 21% ‘geslaagd’ uit. In Groningen (5e in 2015) scoort men dan weer bijzonder hoog met 77%. Wederom zijn hier weer sterke fluctuaties. Zo zijn er in Groningen een jaar later in 2016 slechts 3 projecten (die allemaal slagen, dat dan weer wel), en in Medemblik slechts 5 (waarvan er 2 slagen). Rotterdam valt erbuiten. Dit laat zich mogelijkerwijs mede verklaren door een verschil in beleid. De andere drie grote steden scoren structureel hoger, ook wat betreft het gemiddelde succes landelijk.

Kijk je bij de top 3 gemeenten naar geslaagde projecten qua thema, dan zie je dat bijvoorbeeld in 2015 en 2016 in Amsterdam ‘Sociaal Ondernemen’ het hoogste aantal initiatieven kent, terwijl dat in Den Haag geheel niet het geval is, en bovendien het ene jaar (2015) verreweg het meest in de categorie Boerderij aan civic crowdfunding gedaan wordt en het andere jaar (2016) in Publieke Ruimte. Dit is een verschuiving die te verklaren valt uit het feit dat netwerken rond kinderboerderijen die succesvol zijn, zich een jaar later hebben gestort op projecten op de kinderboerderij die aansluiten bij het thema Publieke Ruimte.

In Utrecht scoort Sociaal Ondernemen ook hoog, maar valt over andere thema’s nauwelijks iets te zeggen; in 2016 zijn er vijf geslaagde initiatieven in de categorie Community, en een jaar daarvoor slechts is er slechts één Community initiatief.

Valt er dan ook nog iets te zeggen over de slagingskans op basis van thema’s? Hiertoe is gekeken of de verdeling op basis van 80% of meer geslaagd nog grote verschillen oplevert ten opzicht van de totalen (zie afbeeldingen 3.11 en 3.12). Dit lijkt niet het geval te zijn.

Afbeelding 11. Percentage 80% en meer geslaagde projecten 2016.

Afbeelding 12. Percentage 80% en meer geslaagde projecten 2015.

3 Bijdragen van overheden, bedrijven en fondsen aan crowdfunding: Matchfunding

Fondsen, overheden en bedrijven dragen steeds vaker bij aan crowdfundingcampagnes voor maatschappelijke initiatieven. Vanuit een subsidie of een fonds wordt het bedrag dat via crowdfunding is opgehaald bijvoorbeeld verdubbeld. Als geld vanuit subsidies of fondsen structureel wordt gekoppeld aan crowdfunding spreken we van matchfunding. Er is dan sprake van een regeling waarbij vaak een budget is gereserveerd voor matchfunding, en een initiatief een aanvraag kan doen voor een bijdrage. Soms loopt deze aanvraag via een crowdfundingplatform en wordt ook de campagnepagina voor de beoordeling gebruikt. In andere gevallen doet een initiatief zelf een aanvraag. Kenmerkend bij matchfunding is dat een initiatief de bijdrage pas krijgt op het moment dat het overige bedrag via crowdfunding is opgehaald.

3.1 Matchfunding internationaal

Naar matchfunding en civic crowdfunding is nog geen gericht onderzoek gedaan. Wel zijn er verschillende initiatieven. In het Verenigd Koninkrijk is elk jaar ongeveer 1,5 miljoen pond beschikbaar vanuit 16 fondsen met zeer uiteenlopende criteria. 13 van deze fondsen werken alleen in een bepaalde stad of regio, drie zijn in het hele land actief. Het grootste deel van het budget komt voor rekening van London (500.000 pond). Maximale matchfunding bedraagt 50.000 pond.

In België stelt de Stad Gent €55.000 per jaar beschikbaar voor matchfunding. Projecten maken kans op 25%, 50% of 75% van het benodigde bedrag, tot een maximum van €5.000.

In Parijs (Co-City) is 5% van het Parijse budget gereserveerd voor burgerbegroting. Inwoners bepalen, door te stemmen op projecten op het platform, zelf aan welke, door inwoners opgestarte projecten, een deel van die 5% aan wordt besteed. Dit initiatief is gestart in september 2016. Resultaten zijn nog niet bekend.

In de Verenigde Staten is Citizinvestor een voorbeeld van het omgekeerde model. De overheid start de crowdfunding omdat het zelf onvoldoende middelen heeft voor een project. De burgers wordt dus gevraagd om te matchen. Ook het Amerikaanse Neighborly werkt met dit model: Burgers kunnen obligaties kopen van lokale overheden. In feite crowdfunden de overheden voldoende geld bij elkaar om het aangegeven project te kunnen realiseren. Het gaat om leningen.

3.2 Matchfunding in Nederland

Terug naar Nederland. Over het algemeen gaat het bij matchfunding om bedragen tussen €500 en €10.000. Van de partijen die aan matchfunding doen in Nederland weten we het volgende:

Nationaal:

VSBfonds: heel Nederland, maximaal €2.500 per project
Stichting DOEN: heel Nederland, maximaal €5.000 per project

Lokaal:

Fonds 1818: regio Haaglanden, max. 40% van het doelbedrag
Gemeente Maastricht: Maastricht, max. €5.000 per project
Gemeente Utrecht: Utrecht (stad), max. €20.000 per project
Utrecht Natuurlijk: Utrecht (stad), max. €10.000 per project
Provincie Zuid-Holland: Zuid-Holland, max. €5.000 per project
Jacoba van Beierenfonds Teylingen: Teylingen, max. €10.000 per project
Fonds voor Oost: Amsterdam-Oost; €500 per project
Gemeente Haarlemmermeer, Haarlemmermeer; max. €2.500 per project
Gemeente Breda: Breda; onbekend
Gemeenten West-Friesland, Schagen, Univé: West-Friesland, Schagen en Hollands Kroon; variabel
Rabobank: verschilt lokaal, meestal max. €2.000/€2.500 per project

Dit overzicht is niet volledig. Het is aannemelijk dat er nog andere fondsen en gemeenten zijn die aan matchfunding doen.

Afbeelding 13. Matchfunding 2015 en 2016.

Hierboven zijn de fondsen weergegeven die in 2015 en 2016 projecten hebben ondersteund. Hierbij staat het aantal projecten dat ze ondersteund hebben. Zo is te zien dat Fonds 1818 en het VSBfonds in 2016 de meeste projecten deels hebben gefinancierd. Het aantal keer dat een fonds of gemeente bijdroeg aan een crowdfundingcampagne was in 2015 36 keer en in 2016 122 keer. Het komt regelmatig voor dat een project bijdragen krijgt van meerdere overheden of fondsen.

Het krijgen van een matchfundingbijdrage lijkt de slagingskans van de crowdfundingcampagne sterk te vergroten. Van de 127 projecten die in 2015 en 2016 matchfunding kregen waren 115 projecten (91%) succesvol (minimaal 80% doelbedrag opgehaald).

Het hoge percentage succesvolle projecten met matchfunding, kent twee oorzaken. De eerste is dat fondsen in de regel pas matchfunding geven als het streefbedrag grotendeels is gehaald. En ten tweede zijn er ook veel fondsen van wie de bijdrage alleen wordt uitgekeerd als minimaal 80% wordt gehaald. Omdat het vaak om relatief grote bijdragen gaat (tot 50% van het doelbedrag), is er een flinke stimulans voor initiatiefnemers om werk te maken van de crowdfunding.

Afbeelding 14. Het effect van een matchfundingbijdrage op een crowdfundingcampagne.

Door middel van een vragenlijst onder 74 initiatieven die een matchfundingbijdrage ontvingen hebben we onderzocht wat volgens de initiatiefnemers het effect van de matchfundingbijdrage was op hun crowdfundingcampagne. Initiatiefnemers geven aan dat zij meer gemotiveerd waren om campagne te voeren, ze eerder hun doelbedrag hebben gehaald en dat ook donateurs meer vertrouwen hadden in het slagen van de campagne.

Kijk voor meer achtergrond, vormen en voorbeelden van matchfunding in Nederland op www.voorjebuurt.nl/matchfunding.